Utrecht - Oudegracht 23
2002.0705b
Vervolg Bouwhistorische verkenning, Oudegracht 23, Utrecht
beschrijving van het exterieur
Oudegracht 23 is een, geheel onderkelderd, rechthoekig pand van drie bouwlagen met een mansardeschilddak. De kelder bestaat uit drie delen, namelijk de werfkelder onder de straat, de huiskelder en een achterkelder op het binnenterrein achter het huis.
De voorgevel is een drielaags, gepleisterde lijstgevel in een rijke neoclassicistische stijl. De gevel wordt horizontaal geleed door cordonlijsten en een gootlijst met een "klassieke opbouw" (architraaf, fries met spiegelvelden en een kroonlijst). De kroonlijst wordt ondersteund door vier consoles.
De begane grond heeft het karakter van een souterrain, hetgeen nog extra werd benadrukt door het gebruik van schijnblokken. Aanvankelijk bevatte deze bouwlaag een entree met dubbele deuren (gemoderniseerd omstreeks 1900) en twee vensters. Deze beide vensters zijn in 1917 vervangen door een pui, waarvan het segmentboogvormige bovenlicht de afsluitende cordonlijst doorsnijdt. De invulling van de pui is recentelijk vernieuwd. De eerste en tweede verdieping zijn ingedeeld in drie vensterassen. De vensters op de eerste verdieping bevatten nog de originele H-schuiframen, de vensters op de tweede verdieping T-schuiframen. De borstweringen onder de vensters zijn versierd met "bandwerk". Bij twee vensters op de eerste verdieping zijn gedecoreerde borstweringen verdwenen bij het aanbrengen van de pui (1917).
De vensters van de eerste verdieping worden geflankeerd door pilasters met vlakke basementen en Dorische kapitelen, die tevens de aanzet vormen voor het geprofileerde lijstwerk langs de bovenste gedeelten van de vensters. Dit lijstwerk is voorzien van middenornamenten. De vensters van de tweede verdieping zijn voorzien van soortgelijk lijstwerk, dat echter ontspringt op korte profiellijstjes op de penanten.
De gevel wordt afgesloten door een forse dakkapel met een sierlijke bekroning. Het rondboog-venster in deze kapel bezit (vernieuwde) stolpramen. Blijkens de bouwtekening was de dakkapel eertijds geflankeerd door een attiek, mogelijk in de vorm van een open roosterwerk. Deze was reeds voor 1927 verdwenen, zo valt op te maken uit een foto uit dat jaar. De aanhechting van deze attiek op de dakkapel (door middel van een geprofileerde lijst) nog te herkennen op de kozijnstijlen. De achtergevel is een gepleisterde lijstgevel, waarvan de begane grond en verdieping schuil gaan achter een aanbouw in de vorm van een tweelaags serre. Deze aanbouw staat niet aangegeven op de bouwtekening, hetgeen doet vermoeden dat er sprake is van een latere toevoeging. Maar ook moet het niet worden uitgesloten dat het bouwplan in enigszins gewijzigde vorm is uitgevoerd. De aanbouw dateert in elk geval uit de late 19de eeuw, maar is bij latere wijzigingen grondig gewijzigd. De puien en vensters zijn voor het merendeel van recente datum, waarbij de ramen (deels) zijn ingevuld met dubbel glas. Op de begane grond bevindt zich een gietijzeren kolom, die doet vermoeden dat de begane grond was uitgevoerd als een veranda. De huidige pui is van betrekkelijk recente datum.
De twee vensters op de tweede verdieping zijn gemoderniseerd, waarbij onder de bovenlichten (alleen het bovenlicht van het linker venster is nog origineel) stolpramen zijn geplaatst.